Interview

Seizoenswerkers keren jaarlijks terug bij bloementeler Fleureco

In een krappe arbeidsmarkt een werkgever zijn in een branche met seizoensarbeid en dus piekdrukte: dat lijkt een enorme uitdaging. Bloementeler Joris Reus zocht de oplossing over de grens, en door het behouden van personeel via goed werkgeverschap.

Het is een mooi maar weerbarstig vak, zegt Joris Reus, bloementeler van de vierde generatie. Samen met zijn vader runt hij Fleureco in Lutjebroek, waar ze tulpen, tulpenbollen en pioenen kweken. ‘Het is heel afwisselend, want je werkt met een levend product en met weersomstandigheden waar je buiten de kas geen controle over hebt. Dus moet je maar zien wat er uit de grond komt. Verder staan we voor de uitdaging om de kassen fossielvrij te verwarmen. Dat vergt forse investeringen, waardoor de kostprijs van je producten omhoog gaat, en dan is het maar afwachten of de consument meer wil betalen voor zijn bosje bloemen.’

 

Trouwe werknemers in een krappe arbeidsmarkt

Naast wisselende weersomstandigheden en de noodzaak van verduurzaming heeft Reus ook te maken met de krappe arbeidsmarkt. Hij heeft drie medewerkers in vaste dienst, maar gemiddeld werken er een stuk of twaalf mensen op zijn bedrijf, in sommige periodes zelfs twintig. De losse krachten zijn allemaal buitenlanders, van wie de meesten Pools zijn. Een vaste groep keert tijdens de piekperiode eigenlijk altijd bij hem terug, vertelt Reus. Dat heeft te maken met goed werkgeverschap, al wil hij zichzelf daarover niet op de borst kloppen.

‘Sommige bedrijven hebben een aparte kantine voor buitenlandse werknemers. Dat vind ik niks. We behandelen iedereen gelijkwaardig. Verder hebben we geen prikklok, waardoor de sfeer wat losser is, minder zakelijk. En ons bedrijf is financieel gezond, dus we kunnen wat meer betalen. Iedereen deelt in de extraatjes, ook de seizoenskrachten. Dat wordt gewaardeerd. Mensen hebben het gevoel dat ze erbij horen. Zo kweek je trouwe werknemers.’

Foto van bloementeler Joris Reus met medewerkers bij Fleureco in Lutjebroek

Al heeft hij dan een clubje trouwe losse krachten, toch moet Reus ieder seizoen weer mensen werven om het werk gedaan te krijgen. Deels doet hij dat door te netwerken via zijn medewerkers, en deels door zijn lidmaatschap van AB Vakwerk, een coöperatie die in de land- en tuinbouw onder meer actief is op het gebied van detachering en verloning.

 

Robotisering maakt werk minder fysiek en vult personele gaatjes

Om de personeelstekorten op te vangen, worden er in veel bedrijfstakken waar mogelijk processen geautomatiseerd. De agrarische sector blijft niet achter. ‘We proberen zoveel mogelijk te robotiseren,’ zegt Reus. ‘Dat is lastiger dan het klinkt, want natuurproducten zijn zo verschillend dat de omgang ermee zich moeilijk laat automatiseren. Het zijn geen vierkante blokjes die je makkelijk kunt stapelen. Maar met tulpen bundelen tot bossen gaat het goed, daar hebben we inmiddels bosautomaten voor.’

Reus denkt dat robotisering het werk in de agrarische sector aantrekkelijker zal maken. ‘Het wordt minder fysiek en ook technischer. Planten geven veel vervuiling aan de machines, dus je zult ze regelmatig moeten schoonmaken en zo nodig ook repareren. We zullen dus mensen met andere vaardigheden nodig hebben.’

Meer van deze serie

Medewerkers uit het buitenland aantrekken?

Toine Witters (manager werkgeversdienstverlening bij het Europese banennetwerk EURES) legt in dit artikel uit hoe je dat doet en geeft tips.

Let op: de informatie op deze pagina kan verouderd zijn.
Raadpleeg voor de laatste informatie rondom wet- en regelgeving altijd www.uwv.nl