Krapte op de arbeidsmarkt: oorzaken en oplossingen
Al twee kwartalen op rij zijn er meer vacatures dan werkzoekenden. Het was 1971, een halve eeuw geleden, dat deze situatie zich voor het laatst voordeed. Hoofdeconoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Peter Hein van Mulligen legt uit wat tot deze unieke situatie heeft geleid en wat de gevolgen zijn.
De meest gebruikte definitie voor krapte op de arbeidsmarkt gaat het om de verhouding tussen het aantal werkzoekenden en het aantal openstaande vacatures. Op elke 100 werkzoekenden zijn er nu 126 vacatures. Krapte op de arbeidsmarkt heeft ook een kwalitatief aspect: het type arbeidskrachten dat wordt gezocht in relatie tot de banen die worden aangeboden. Daar zit altijd een zekere mismatch: een student die een bijbaantje zoekt, past immers niet op een vacature voor een fulltime softwareprogrammeur.
Drie oorzaken voor personeelstekorten
Voor de uitzonderlijke situatie van nu wijst de hoofdeconoom van het CBS drie oorzaken aan. De eerste en doorgaans meest dominante is de conjunctuur. Die vertoont per definitie een op en neer gaande lijn, de arbeidsmarkt volgt die beweging. ‘Als er recessie is, zijn er minder vacatures en meer werklozen. Groeit de economie, dan ontstaat er krapte op de arbeidsmarkt.’
Tweede oorzaak is de vergrijzing. ‘Die is sinds een jaar of tien een structurele factor. Vergrijzing speelde jarenlang geen rol. Bij de invoering van de AOW, in 1957, stonden er tegenover elke 65-plusser 7 mensen in de werkzame leeftijd. Nu zijn dat er nog maar 3. We hebben te maken met een enorme pensioneringsgolf en die houdt nog wel tot 2040 aan. Tegen die tijd is dat getal zelfs gedaald tot 2. Die uit het lood geslagen verhouding betekent dat de lasten van de verzorgingsstaat op de schouders van steeds minder mensen terechtkomen.’
Daar is begin vorig jaar een derde oorzaak bij gekomen: de coronacrisis. Aanvankelijk zorgde die voor een vermindering van de krapte. ‘Veel mensen verloren hun baan, het aantal vacatures daalde hard en arbeidsmigratie vrijwel stil te liggen. Arbeidskrachten uit vooral Midden-Europa keerden bij gebrek aan werk naar hun vaderland terug en anderen die voor werk wilden komen, zagen daarvan af. Gevolg: openstaande vacatures.’
Oplossingen voor de krapte op de arbeidsmarkt
Van Mulligen noemt een paar mogelijke oplossingen voor de huidige krapte. Een gunstig effect valt te verwachten van parttimers die meer gaan werken. Van de Europese landen werken Nederlanders gemiddeld het minste: 30 uur per week, het EU-gemiddelde is 37. ‘Nederland heeft een echte deeltijdcultuur, voor zowel mannen als vrouwen’, zegt Van Mulligen.
Mensen verleiden die wel willen, maar niet kunnen werken, kan ook soelaas bieden. Meer kinderopvang is een optie. En langer of meer werken fiscaal aantrekkelijker maken. ‘Nederland heeft een omvangrijk stelsel van toeslagen en aftrekposten om mensen met lage inkomens te ondersteunen. Dat heeft ook als pervers resultaat dat je allerlei toeslagen kwijtraakt als je meer gaat werken, waardoor je nauwelijks meer of zelfs minder geld overhoudt.’
Arbeidsmigratie – zoals eind jaren 60, begin jaren 70 gebeurde – is een derde mogelijkheid. ‘Maar dat is in de huidige maatschappelijke discussies over migratie de minst populaire.’
Verwachtingen voor de komende jaren
‘De beweging van groei en krimp in de economie is op zich normaal. Daar zitten soms uitschieters in, zoals tijdens de crisis in 2008-2009.’ Sinds het voorjaar van 2021 groeit onze economie als kool. Dat komt overeen met de laatste keer dat de arbeidsmarkt een vergelijkbare krapte kende. ‘In de kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog was er in heel West-Europa een ongekende economische groei. De werkloosheid ging richting nul. De oliecrisis in 1973 maakte daar een einde aan.’
Gevraagd naar zijn verwachtingen voor 2022 of daarna moet Van Mulligen het antwoord schuldig blijven. ‘Als we één ding van de coronacrisis hebben geleerd, is dat het onmogelijk is om in de toekomst te kijken. In het begin waren de gevolgen enorm onzeker en werd het ergste gevreesd. Het bleek voor veel bedrijven mee te vallen. Dat is vooral te danken aan het feit dat we onze ICT op orde hebben. Thuiswerken was bij ons snel en goed geregeld. Maar zeggen dat dat zo zal blijven, daar ben ik terughoudender in geworden. De situatie van nu is nergens mee te vergelijken.’
UWV onderzocht hoe bedrijven hun personeelstekort kunnen oplossen en zette 34 manieren op een rijtje.
Raadpleeg voor de laatste informatie rondom wet- en regelgeving altijd www.uwv.nl