Zo houd je jouw personeel: Geert werkt al 45 jaar in de zorg

Wat maakt dat je voor jouw werkgever UMCG hebt gekozen?

Ik ben al bijna 45 jaar trouw aan mijn werkgever, dus ik moet even graven naar het begin.Het begon toen ik 16 was en op de huishoudschool zat. Op een bepaald moment gaf de schooldecaan de suggestie dat de opleiding voor voedingsassistent in het Groningse ziekenhuis wel iets voor mij was. Ik heb een zorgend karakter, geef om mensen, dus de zorg leek mij wel wat. Na mijn opleiding werd mij meteen gevraagd: wil je blijven? Natuurlijk. Ik voelde wel dat dit mijn roeping was. Ik kreeg meteen een vast contract, dat is ook wel erg prettig. Een teken van vertrouwen en investering.

Waarom blijf je bij UMCG werken?

‘Ik heb in de 45 jaar bij het UMCG heel veel verschillende functies gehad, dat maakt dat het toch al die jaren afwisselend en uitdagend is gebleven. Het feit dat je zoveel kansen krijgt, maakt ook dat ik wil blijven. Nu ben ik trots op mijn functie als assistent op de hartafdeling. Dat houdt in dat ik verantwoordelijk ben voor de voeding en zorg van patiënten.’ Het sociale aspect en mijn liefde voor patiënten maken dat ik het al zo lang hier naar m’n zin heb. Het matcht helemaal met mijn zorgende karakter. De mensen waar ik voor werk, geven mij energie. Sommige hartpatiënten ken ik al meer dan twintig jaar. Laatst zei ik tegen de directeur van het ziekenhuis: ik kan eigenlijk best makkelijk zonder mensen, maar niet zonder patiënten. En ik heb natuurlijk ook hele leuke collega’s, die dezelfde passie hebben. Dat is ook heel erg belangrijk voor mij.’

Wat maakt UMCG een goede werkgever?

‘Mijn leidinggevende Gré heeft het simpelweg goed voor met de groep. Ze zorgt er altijd voor dat de arbeidsomstandigheden optimaal zijn. Een paar jaar geleden liepen we tegen personele problemen aan. Zij heeft ervoor gezorgd dat er versterking kwam. Daarnaast houdt ze rekening met ieders wensen: ze weet dat ik niet zo van avonddiensten houdt, dus plant ze me daarop niet vol. Tenslotte is ze van de menselijke aanpak. Ze spreekt me regelmatig aan om te vragen hoe het met me gaat. Ik vind het in eerste instantie belangrijk dat ik een góede leidinggevende heb, en daarna hoeft hij of zij pas aardig te zijn. Het mooie is: Gré heeft het allebei.’