Interview

Met praktijkleren naar droombaan: Souhaila wordt juf

Portret van Souhaila ben Salah, zij vertelt over praktijkleren
Beeldredaktie / Jean-Pierre Jans

Souhaila (20) droomde als kind al van een toekomst als juf. Maar omdat het leren haar moeilijk afgaat, was de weg naar die droombaan geen gemakkelijke. Er was namelijk geen opleiding in haar omgeving die haar manier van leren – in de praktijk - ondersteunt. Gelukkig kon een UWV-adviseur haar verder helpen. Via een mbo-opleiding in de derde leerweg staat Souhaila nu voor de klas.

‘Ik heb altijd voor de klas willen staan. Maar het leren lukte niet goed. Vooral rekenen vond ik moeilijk. In de bovenbouw van de basisschool kon ik het niet meer volgen. In groep 7 ging ik met mijn ouders in gesprek met de leerkracht en die vroeg ons wat we van praktijkonderwijs vonden. Ik twijfelde eerst wel. Al mijn klasgenootjes gingen naar het vmbo. Maar eenmaal op de praktijkschool was er eigenlijk gewoon rust. Ik snapte de leermethodes beter, ik ging vooruit met rekenen. En het was fijn dat het een klein klasje was.’
 

Een diploma halen

‘Na vijf jaar praktijkonderwijs, waarbij ik stageliep bij Kindcentrum De Zevensprong, ging ik voor een volgende stap: mijn mbo-1 opleiding. Ik was toen vier dagen op De Zevensprong en had één dag school. Na mijn mbo-1 wilde ik verder leren en de mbo-2 doen, dat is de opleiding Helpende Zorg en Welzijn. Hiermee stroom je door in de zorg. Maar ik wilde niet de zorg in, ik wilde door in het onderwijs. De Zevensprong heeft toen met hulp van UWV een opleider gevonden, ORGB, waardoor ik uiteindelijk bij De Zevensprong mijn mbo-2 opleiding heb afgerond binnen het onderwijs.

Praktijkleren: wat is dat?

Bij praktijkleren volg je een mbo-opleiding via een zogenaamde derde leerweg. Je zit dan niet zoveel uur op school en leert veel in de praktijk. Het is een combinatie van werken en leren.

Het verschil met een BBL- of BOL-opleiding is dat er bij een opleiding in de derde leerweg geen vast aantal uren is dat je moet volmaken, en dat de studieduur niet vaststaat. Daarom is een opleiding in de derde leerweg vaak flexibeler en sneller te volgen.

Leren op de werkvloer

‘Ik leerde dus op de werkvloer in plaats van in de schoolbanken. Zo deed ik bijvoorbeeld praktijkopdrachten met kinderen. En verder had ik de standaard vakken als Nederlands en rekenen. Het was af en toe best lastig, zonder klasgenootjes of mentor. Ik had gelukkig wel mijn leercoach vanuit ORGB. Die sprak ik regelmatig. Als ik een opdracht niet snapte, legde ik die dus even aan de kant en ging ik door met een andere opdracht. Na uitleg van mijn leercoach pakte ik die moeilijke opdracht weer op. Zo heb ik uiteindelijk mijn diploma gehaald.’

 

'Als je geniet van wat je doet, dan gaat het leren vanzelf’

 

Op weg naar het volgende diploma

‘Het meest trots ben ik wel op de 6 die ik voor mijn rekenexamen haalde. Want dat was echt een strijdpunt. Nu ik mijn mbo-2 diploma op zak heb, kan ik doorgroeien binnen het onderwijs. Ik werk nu als klassenhulp, waarbij ik kinderen help met hun werkjes of extra ondersteuning geef bij rekenen of taal. Een stap voor volgend schooljaar is een diploma tot onderwijsassistent, want ik wil doorleren. Ik vind het zo geweldig om voor de klas te staan. Het allerleukst is de band die je opbouwt met de kinderen. En dat je ze echt ziet groeien. Ik denk dat als je gewoon geniet van wat je doet, dat het leren dan vanzelf gaat.’

Let op: de informatie op deze pagina kan verouderd zijn.
Raadpleeg voor de laatste informatie rondom wet- en regelgeving altijd www.uwv.nl