Van de groenploeg naar de veegwagen

Leren en op tijd komen

Ze hebben nog nooit de kans gehad of heel lang niet deel kunnen nemen aan het arbeidsproces. Beginnen of weer beginnen is voor deze mensen een enorme stap die onzekerheid met zich meebrengt. ‘Ze moeten veel leren, zoals op tijd komen, met collega’s samenwerken en met kritiek omgaan. Na een paar weken gaat het regelmatig mis’, zegt Van Eeuwijk. ‘Dan krijgen veel medewerkers allerlei pijntjes, komen te laat en melden zich snel ziek. Wij blijven juist dan met de mensen in gesprek. Zo lukt het hen om door die moeilijke periode heen te komen. Ik spreek voor de start van de werkdag met hen, ik zoek hen op locatie op om te kijken hoe het met ze gaat en als het werk gedaan is evalueren we samen de dag.’

Technologie voor inclusie

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam werkfit maken is een intensief proces, zegt Van Eeuwijk: ‘Het lukt ons omdat we er als organisatie 100 procent achter staan. Daarnaast onderzoeken we de inzet van technologie om inclusie te bevorderen. Zo experimenteerden we met het gebruik van een exoskelet, een omhulling dat het lichaam ondersteunt bij werkzaamheden. Dat soort technologie draagt bij aan het werkfit maken én houden van medewerkers.’

Maatschappelijke opdracht

Na zes tot negen maanden bij Avri zijn de meeste mensen werkfit en klaar voor een betaalde baan in de buitenwereld, meestal ‘in het groen’ of de logistiek, of soms ook bij Avri zelf. Avri is een overheidsorganisatie en beschouwt het als haar maatschappelijke opdracht om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt klaar te stomen, zegt Van Eeuwijk. ‘Terugkomen in het arbeidsproces is voor hen heel moeilijk. Als dat lukt, is dat prachtig. Ik heb hier een jongen die in de groenploeg is begonnen. Die heeft zich zo goed ontwikkeld, dat hij nu op de veegwagen zit. Een flinke promotie. Hij moet daar zelfstandig werken en we zetten niet zo maar iedereen op een machine van 150.000 euro. Hij doet het fantastisch.’