Ranki Oberoi, paralympisch atleet: ‘Ik leerde pas lopen toen ik 4 jaar was’
Toen hij tiener was, werd bij verspringer Ranki (30) een licht verstandelijke beperking vastgesteld. Een paar jaar later werd hij 4e op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. En in 2019 veroverde hij het wereldkampioenschap para-atletiek in Dubai. Nu traint Ranki voor een selectieplek voor de Paralympische Spelen in Parijs in 2024. Hoe is het om vanuit een Wajong-situatie en met een licht verstandelijke beperking topsporter te worden, én te blijven?
Sporten met een licht verstandelijke beperking
‘Ik was altijd al een harde werker, al ging bij mij alles wel langzamer. Ik leerde bijvoorbeeld pas lopen toen ik 4 jaar was. Ook op school kon ik erg moeilijk meekomen. Met sporten was dat anders. Ik zat van jongs af aan al op atletiek. De 100 meter sprint was mijn favoriete onderdeel. Daar hoef je niet veel bij na te denken, het is gewoon zo hard mogelijk rennen. Pas toen ik meedeed aan clubkampioenschappen, speelde mijn beperking een rol. Dan moet je beter worden op techniek en deelnemen aan verschillende onderdelen, waaronder verspringen. En daar komt zoveel bij kijken. Ik begreep maar niet wat de coach mij probeerde uit te leggen. Toen merkte ik dat er iets niet klopte.’
Hulp uit een onverwachte hoek
‘Een docent die mij goed kende schoot in die tijd te hulp. Zij had na een aantal gesprekken met mij ook het vermoeden dat er meer aan de hand was. Uiteindelijk deden we samen een aanvraag voor een beoordeling arbeidsvermogen om te kijken of ik in aanmerking kwam voor een Wajong-uitkering. Uit de tests die ik vervolgens moest doen, bleek dat ik een licht verstandelijke beperking had. Heel confronterend, want ik vond dat ik best veel kon en niemand zag wat aan me. Maar het verklaarde ook wel waarom ik moeilijk meekwam. Toch hield dit mij niet tegen om verder te gaan met atletiek’, vertelt Ranki.
‘Ik besloot voor mijn beperking uit te komen, en gaf me op voor de Paralympische klasse’
Paralympische klasse voor atleten met een licht verstandelijke beperking
Ranki ontdekte dat er in de atletieksport een Paralympische klasse bestond voor mensen met een licht verstandelijke beperking. ‘Ik twijfelde of ik me daarvoor moest opgeven. Was ik misschien niet “te goed” voor deze klasse? Bedonderde ik de boel dan niet? Ik was bang voor een oordeel. Want misschien dachten mensen dan dat ik misbruik maakte van de situatie. Dat maakte me onzeker. Ik ben een mensenmens en doe altijd mijn best om door iedereen gemogen te worden. In die tijd deed ik alsof ik misschien een bepaald leerniveau kon halen, terwijl dat helemaal niet het geval was. Dus opgeven voor de Paralympische klassen voelde dubbel. Maar ik wilde zo graag op hoog niveau atletiek doen. Ik besloot voor mijn beperking uit te komen en gaf me ervoor op. Gelukkig kreeg ik positieve reacties, vooral van vrienden en familie.’
Psycholoog Ard deed onderzoek naar de samenhang tussen werk en psychische problemen. Hij beschrijft in zijn column de voor- en nadelen van openheid hierover.
De liefde voor atletiek
‘Atletiek raakte me vanaf de 1e keer dat ik het deed. En nog elke dag doe ik wat ik leuk vind. Het werd zelfs nog veel leuker sinds ik in 2014 doorgroeide naar topsporter. Bij wedstrijden of trainingsstages in het buitenland train je met mensen van over heel de wereld, dat motiveert mij. En ik kom in verschillende landen en zie daardoor plekken die ik niet eerder heb gezien. Zo deed ik in 2019 mee in Dubai met het wereldkampioenschap para-atletiek. Daar won ik een gouden medaille met verspringen. Daarna vloog ik door naar de Paralympische Spelen van 2020 in Tokyo. Met verspringen werd ik daar 7e.’
Fulltime topsporter én vader
‘Mensen die mij niet kennen, denken misschien: jammer Ranki, een 7e plek. Toch voelde het alsof ik toen ook een gouden medaille won. Tijdens die Spelen was ik namelijk hard aan het vechten om het ouderlijk gezag voor mijn kinderen. Ik moest naar een dagbehandeling bij de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) om te laten zien dat ik met mijn licht verstandelijke beperking voor mijn kinderen kon zorgen. Na een lange strijd kreeg ik de volledige zorg. Mijn zoontje is bijna 12 jaar en mijn dochter is inmiddels al 10!’
Weer helemaal terug na coronapandemie
‘Weet je’, zegt Ranki, ‘Ik ben niet hoog gediplomeerd. Maar vanuit de sportbond NOC*NSF heb ik een A-status als atleet. Dit betekent dat ik al een keer de top 8 haalde bij een internationaal topsportevenement. Die topsportstatus zorgt voor een mooi salaris om voor mijn kinderen te zorgen. Een Wajong-uitkering kan daar niet aan tippen. Na de Spelen in Tokyo kwam de uitdaging om mijn baan als topsporter én het salaris dat daarbij hoorde te behouden. De coronapandemie zette even alles op zijn kop. Maar het is gelukt, ik ben weer helemaal terug. Nu zit ik in de voorselectie voor de Paralympische Spelen in Parijs. En gelukkig kan dat allemaal in combinatie met de zorg voor mijn kinderen. Die zijn voor mij het allerbelangrijkst.’
Niet schamen voor wat je hebt
Ranki’s advies voor anderen met een beperking: ‘Laat het mensen weten als je ergens tegenaan loopt. Van de buitenkant zie je niet altijd wat er allemaal speelt. Als je dat deelt met anderen, dan geef je hen daarmee de kans om jou beter te begrijpen en je te helpen als dat nodig is. Schaam je niet voor wat je hebt en wie je bent, niemand is perfect. Het is een opluchting om niet altijd te doen alsof er niets aan de hand is. En in mijn geval kreeg ik er veel voor terug. Mensen vonden het knap wat ik bereikt had, snapten mij meer en konden me daardoor beter begeleiden.’
Meer over studeren of werken met een beperking?
Raadpleeg voor de laatste informatie rondom wet- en regelgeving altijd www.uwv.nl