‘Met deze vooroordelen heb ik dagelijks te maken’

Noortje van Lith is 24, heeft een beperking, ze studeert én werkt. Als vaste blogger schrijft ze regelmatig over haar belevenissen en haar mening over onder meer de Wajong. Deze editie schrijft ze over de vooroordelen waar ze mee te maken heeft.

 

Door mijn rolstoel krijg ik vaak met allerlei vooroordelen te maken op allerlei gebieden, op het gebied van onderwijs, stage en in mijn dagelijks leven.

Een voorbeeld? Een paar jaar geleden zat ik in een restaurant met mijn familie, al mijn familieleden kregen een menukaart behalve ik. Er werd niks uitgelegd of verteld. Of bijvoorbeeld de menukaarten op waren. Op dat moment heb ik er niets van gezegd, omdat ik niemand wil kwetsen. Maar ik kreeg er helemaal geen fijn gevoel bij. Mijn ouders worden soms aangesproken over mij terwijl ik er zelf bij ben. Onwetendheid speelt hierin ook een rol denk ik.

Ook in het onderwijs heb ik een en ander meegemaakt. Toen ik begon op het MBO, opleiding Juridische Dienstverlening heb ik meerdere malen benadrukt gekregen dat ik een kans kreeg, maar dat ze niet wisten of ik het zou redden vanwege mijn beperking. Ik moest een brief ondertekenen waarin stond dat de school niet aansprakelijk zou zijn als het misging op de opleiding. Deze brief werd in de klas uitgereikt aan mij, de rest van de klas kreeg deze brief niet. Ook toen dacht ik, ik onderteken het gewoon, ik ben veel te blij dat ik op deze opleiding terecht kan. Nu zoveel jaar later ben ik tot de conclusie gekomen dat dit echt discriminatie is geweest, misschien onbewust, maar het is wel iets om over na te denken.

Voor deze opleiding heb ik ook twee keer stage moeten lopen, de zoektocht naar een stage verliep moeizaam door allerlei vooroordelen. Ik kreeg afwijzing naar afwijzing, ook omdat bedrijven dachten dat ik meer begeleiding nodig had dan de gemiddelde stagiaire, terwijl dat niet zo is.

Ik mocht bij meerdere bedrijven op gesprek, maar één bedrijf bleef mij het meest bij. Aangekomen bij dat bedrijf kreeg ik al hele verbaasde blikken. Eenmaal in gesprek begon degene die het sollicitatiegesprek afnam over te veel komma’s. Ook zou het Nederlands in mijn sollicitatiebrief niet goed genoeg zijn. Ik dacht waarom nodigt u mij dan uit? Thuisgekomen heb ik gelijk per e-mail laten weten dat ik afzag van een stageplaats bij hen. Een reactie van hen bleef uit.

Als ik geconfronteerd word met vooroordelen overvalt het me zo, dat ik de tijd nodig heb om er op een goede manier op te reageren. Maar ik heb met mezelf afgesproken: als ik nog een keer met vooroordelen te maken krijg, dan ga ik er wat van zeggen.

 

Let op: de informatie op deze pagina kan verouderd zijn.
Raadpleeg voor de laatste informatie rondom wet- en regelgeving altijd www.uwv.nl